Het Westfries Museum te Hoorn werd in de jaren 1631-1632 gebouwd als zetel van het College van Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier, het dagelijks bestuur van de Staten van Noord-Holland.
Tegen het einde van de veertiende eeuw is sprake van het ‘Grote Stynhuus’ op de plaats van het rechter pand. Dit huis was het bezit van Gijsbert van Nijenrode, die het in 1492 aan de stad Hoorn verkocht. Omstreeks 1425 werd, in opdracht van Andreas Vierden, dwars achter het huidige hoofdgebouw, een huis opgetrokken. Waarschijnlijk zetelde hier omstreeks 1450 de proost van West-Friesland, een functionaris van de bisschop van Utrecht.
Toen het Hoornse stadsbestuur in 1572 protestants werd moest de functionaris de stad verlaten. Aan het einde van de vijftiende eeuw bevonden zich op de plek van het huidige museumcomplex een vijftal huizen. Tot het einde van de zestiende eeuw stond het proosthuis enige tijd leeg. Na deze periode van leegstand nam het College van Gecommitteerden zijn intrek in het gebouw en werden er plannen tot uitbreiding gemaakt. De huizen aan de Rode Steen en het proosthuis werden opgekocht en vervolgens gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. In 1631-1632 verrees het nieuwe complex dat de naam ‘Staten-College’ kreeg. Zeven steden waren vertegenwoordigd in dit belangrijke bestuursorgaan. Hun wapens zijn terug te vinden in de getrapte pronkgevel gevel en de schutterijzaal.
In 1729 werd het complex gemoderniseerd en is het smeedijzeren hek aan het voorplein geplaatst. Aan het einde van de achttiende eeuw werden de twee overige panden aan de Roode Steen aangekocht en verenigd achter een nieuwe voorgevel naar ontwerp van Leendert Viervant. Het College werd na de Franse invasie opgeheven en het gebouw werd eigendom van de Bataafse Republiek. In 1817 werd er een arrondissementsrechtbank gevestigd. Later kwam hiervoor een kantongerecht in de plaats, dat een deel van de vertrekken in gebruik nam. In de ongebruikelijke vertrekken kwam vanaf 1879 een museum voor plaatselijke kunstvoorwerpen. In 1932 werd het gehele gebouw bestemd als museum.
BEZOEK
van het Westfries Museum
Maandag t/m vrijdag: 11.00 tot 17.00 uur
Zaterdag, zondag en feestdagen: 13.00 tot 17.00 uur
Koningsdag, Eerste Kerstdag en Nieuwjaarsdag
Derde maandag in augustus (Lappendag)
Volwassenen: € 8,-
65+: € 6,50
Jongeren (tot 18 jaar): gratis
Museumkaart: gratis
Het museum is helaas niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers vanwege de vele trappen en niveauverschillen.