Het voormalige kasteel IJsselstein, waarvan de vierkante traptoren een overblijfsel is, dateert uit de zestiende eeuw. Het kasteel was sinds het huwelijk tussen Anna van Buren en Prins Willem van Oranje in 1551 in handen van het geslacht Oranje Nassau. In de zeventiende eeuw kende het complex zijn grootste omvang. In 1795 werd het kasteel nationaal eigendom. Sindsdien deed het dienst als kazerne en hospitaal. Het kasteel werd in 1888 afgebroken. In 1896 werd de toren – in bouwvallige staat – geschonken aan de Nederlandse Staat. In 1954 verhuurde het Rijk de traptoren aan de gemeente IJsselstein ter vestiging van de plaatselijke oudheidkamer. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw is de toren in gebruik als dependance van het stadsmuseum IJsselstein.
De Kasteeltoren heeft typisch Zuid-Nederlandse kenmerken door de overvloedige toevoeging van Belgische witte kalksteen in de banden van het metselwerk en vensterranden. De toren bevat een gemetselde wenteltrap met fraaie gewelven en de torenkamer met haard, sekreet (toilet) en gevangenis.
BEZOEK
Uitsluitend tijdens geplande rondleidingen of op afspraak: . Te boeken via het Museum IJsselstein.
Vanaf 20 juni 2015 is de kasteeltoren een van de locaties voor de nieuwe tentoonstelling ‘Uit liefde voor hout van MIJ. Van IJsselsteinse meubelindustrie tot Gerrit Rietveld en Herman de Vries’. Te zien zijn installaties die speciaal voor de toren werden vervaardigd.